Leerlingen motiveren – Deel 2: Betrokkenheid
Leerlingen motiveren – Deel 2: Betrokkenheid

Leerlingen motiveren – Deel 2: Betrokkenheid

Leerlingen motiveren – Deel 2: Betrokkenheid

‘Hij/zij heeft er gewoon geen zin in, toont geen respect en zit altijd onderuit gezakt. Ik weet echt niet hoe ik hem/haar moet helpen! Ik heb ook minder zin om te helpen dus ik laat het maar gewoon gaan en stop er weinig energie in.’

Wat gaat hier mis? Blijkbaar probeert de persoon in kwestie de leerling te helpen maar geeft de leerling niet de reactie waar de persoon op hoopt. Dit kan natuurlijk erg frustrerend zijn want hoe zorg je ervoor dat een leerling zijn houding aanpast?

In het tweede deel van deze driedelige blog ga ik het hebben over de basisbehoefte betrokkenheid. Zoals in de vorige blog werd duidelijk gemaakt moet er aan een aantal basisbehoeften (autonomie, betrokkenheid en competentie) voldaan worden voordat een leerling (intrinsiek) gemotiveerd kan raken. Betrokkenheid gaat over de relatie met anderen. De leerling zal de behoefte voelen ergens bij te horen en zich gewaardeerd voelen (Ryan & Deci, 2017; Stroet, Opdenakker, & Minnaert, 2013). Niet alleen de omstandigheid dat de leerling zich verbonden voelt met de groep is belangrijk, ook de band met degene in de groep heeft invloed op de motivatie van de leerling. Sommige mensen kunnen uitstralen dat een leerling niet aan hun ideaalbeeld voldoet. Leerlingen voelen dit snel aan en hebben het gevoel niet gerespecteerd te worden. Hierdoor kunnen ze zich ongemakkelijk voelen en minder gemotiveerd raken (Ros, Castelijns, & Verbeeck, 2014).
Het grappige is dat vanuit de literatuur al wordt gezegd dat de leerlingen het voelen als iemand ze niet respecteert, hoe kunnen we dan verwachten dat een leerling dat respect wel geeft als hij het niet krijgt?

Wat kan het onderwijs doen om de betrokkenheid te vergroten?

Het is voor een leerling belangrijk dat hij zich op zijn gemak voelt en het gevoel heeft gerespecteerd te worden. Een docent kan hier een rol in spelen door met de leerling te praten, soms grapjes te maken en duidelijk te communiceren. De leerling weet dan wat van een docent kan worden verwacht en er kan een positieve relatie ontstaan. Op het moment dat leerlingen respect hebben voor een docent en zich veilig en gewaardeerd voelen, kunnen ze tot leren en het begrijpen van de leerstof komen. Het gevoel dat fouten gemaakt mogen worden, is hierbij een belangrijke voorwaarde (Verbeeck, van den Hurk, & van Loon, 2013). Dit lijkt effectief voor zowel het bevorderen van betrokkenheid als de leerprestatie (Koerhuis & Oostdam, 2013).

Hoe probeer ik dit te realiseren?

Wat ik probeer is om tijdens het intakegesprek al te vertellen dat ik vooral geïnteresseerd ben in wie de leerling is. School is een bijzaak. Ik probeer op de momenten dat ik de leerling zie te vragen naar hun weekenden, hun vrienden en wat ze bezig houdt. Daarnaast vertel ik natuurlijk ook dingen over mezelf, zodat er wederzijds vertrouwen ontstaat. Het komt wel eens voor dat er niet echt een klik is tussen ons. Dat is helemaal oké. Ook dan zoek ik samen met jullie naar een andere bijlesdocent. Het gaat mij erom dat de leerling geholpen gaat worden. Het uitgangspunt blijft hetzelfde: ‘met een relatie tussen bijlesdocent en leerling kom je veel verder dan zonder.’

Geschreven door: Dominique Israël

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *